Reptielen voor het paludarium
Bron: studievereniging HET PALUDARIUM (2001)
Hagedissen voor een aquaterrarium, paludarium of riparium moeten met zorg worden gekozen anders zullen ze wegkwijnen in hun vochtige gevangenis!
Sommige soorten stellen we toch graag aan u voor. Temperatuurbehoefte is over het algemeen 20 tot 30 graden C. Verschil tussen dag- en nachttemperatuur is een noodzaak. Houd vooral rekening met herkomst: een bosbewoner vindt 20 tot 25 genoeg, maar een soort van open ruimte of bosrand verlangt af en toe zon.
Gekkonidae
Gekko's worden veel gehouden en inderdaad kunnen verscheidene soorten goed tegen hoge luchtvochtigheid. Toch demonstreren ze ook vaak behoefte aan de gelegenheid zich snel te warmen en te drogen. Veel dieren zoeken graag de warmte van een TL om zich aan te koesteren. De meeste gekko's zijn echter nacht-actief: verticale pupil.
Bekende uitzondering met ronde pupil en helder groene kleur: Phelsuma.
Geliefde terrariumdieren afkomstig van Madagascar en de Seychellen. Vaak in onze bakken gehouden en voor sommige soorten ook terecht. Ph. cepediana de blauwstaartgekko,
Ph. laticauda de goudstofgekko, Ph. lineata de flankstreepgekko en Ph. quadriocellata de oogvlekgekko verdragen veel luchtvochtigheid en relatief weinig warmtestraling. Ook de grote Ph. madagascariensis voelt zich hier thuis. Gladde takken en flinke verticale bladeren verdienen de voorkeur. Voor andere soorten geldt: minder vocht, meer zon.
Gekko gecko de Tokèh en Gekko vittatus de mooiste soort, afkomstig uit Nieuw Guinea en eilanden verder naar het oosten, worden groot en behoeven ook een droog plekje.
Zij reageren goed op gevangenschap als naast vochtige lucht ook warmte wordt geboden.
Verscheidene Tjitjaks Hemidactylus, vooral H. frenatus, komen we vaak tegen in de handel. Interessant onder andere vanwege hun geluid en hun bereidheid tot voortplanting. Eieren ziet men wit doorschemeren in het vrouwtjeslichaam. Warmtebehoeftig.
Aeluroscalabotes, Gonatodes, Phyllodactylus, Ptychozoon kunnen over het algemeen ook in een vochtig terrarium worden gehouden. Essentieel is in alle gevallen een goede ventilatie.
Kameleons
Ook deze dieren worden tegenwoordig regelmatig in de handel aangetroffen. Maar de meeste soorten moeten als slecht houdbaar worden afgeschreven. Alleen een flinke serre of koele kas met schuifdak (zomermaanden, UV) biedt dan soelaas. Voor vochtige terraria komen echter wel enkele kleinere soorten in aanmerking. Voor de beginnende liefhebber geschikt:
Chamaeleo brevicornis uit Malgaskisch regenwoud heeft weinig behoefte aan zon, wel aan periodieke afkoeling.
Ch. pardalis uit Malgaskisch kust- en bosgebied verlangt naast vocht ook regelmatig warmte en soms afkoeling.
Deze 'echte kameleons' vinden een bak vertrouwenwekkend, maar te beperkt: ze houden er van om ook wel eens verder uit te zwerven.
Kleiner maar alleen voorbehouden aan meer ervaren liefhebbers:
Brookesia superciliaris. Madagascar, in de strooisellaag van regenwoud.
Rhampholeon spectrum. Ondergroei en struiklaag van vochtig bos in Afrika.
Zij nemen graag fruitvliegen, zorg voor afwisseling, voorkom oververhitting.
Anolis
Anolis carolinensis wordt veel ingevoerd. Aanbevolen voor beginnende liefhebbers, want het is een soort die zowel veel vocht alsook droogte en temperatuurwisseling verdraagt.
A. bimaculatus komt van enkele kleine eilanden in het Caribisch gebied en heeft zowel behoefte aan vocht als warmte.
A. sabanus is misschien wel een heel goede soort voor onze bakken, maar het voorkomen uitsluitend op klein Saba betekent zeldzaamheid.
A. sagrei wordt veel aangeboden en heeft een groot incasseringsvermogen maar we bieden deze dieren minstens een droog warm plekje.
A. trinitatis is een heel geschikte soort, die we echter zelden zullen tegenkomen.
Voor al bovengenoemde soorten geldt dat niet meer dan een enkele man in de bak kan worden gehouden, vaak dus een stel, soms ook een man met twee vrouwen - voorkom overbevolking en ongelukken!
Veel andere soorten hebben toch vooral behoefte aan zonnewarmte en komen dus in paludarium of riparium echt tekort. Ook moeten we rekening houden - zoals in het stuk over verlichting werd aangeroerd - dat zonnespectrum door kunstmatige lichtbronnen slechts zelden wordt benaderd. Daardoor is kweek van hagedissen onder gloeilampen niet te verwachten: voor gezonde ontwikkeling van alle levensfasen is ook straling met blauwe golflengten nodig. Gasontladingsbuislampen bieden dat maar komen in warmtestraling soms te kort vanwege de gescheiden voorschakelapparaten. Vandaar dat de hagedissen dicht onder of zelfs tegen de buizen willen rusten.
Skinken
Uit Zuidoost Azië afkomstig is Lygosoma indicum, de Indische oerwoudskink van vochtig bos met kreekjes of poeltjes en Tropidophorus sinicus, de Chinese waterskink van stenige rivieroevers in heuvelland. Beide soorten zoeken vluchtend hun heil in water. Eten wormen, slakken en klein gedierte uit de stroeilaag.
Voedseldieren voor hagedissen: in de zomermaanden vooral weideplankton of zogezegd buitenvangsel dat gevarieerd is, vol plantaardige bestanddelen zit en zonnevitaminen bevat. Veldkrekels en sprinkhanen, rupsen, kevers, enz. hebben buiten gegeten, stimuleren het maagdarmkanaal. Koopt men voedseldieren, bv. vliegen of maden, dan dienen die eerst goed gevoed te worden of met mineralen/vitaminen bestrooid en eventueel op voedingsbodem met vitaminen en andere stoffen verder gekweekt.
Referenties :
Le Berre, The New Chameleon Handbook
Flaschendräger & Wijffels, Anolis
Heselhaus, Taggeckos
Heselhaus & Schmidt, Karibische Anolis
Rösler, Geckos der Welt,
Schmidt cs, Chamaeleons: Drachen unserer Zeit